REGENBOOGREIS

De reis langs de regenboog is als 't verwerkelijken van alle kleuren als levensuitdrukking. 

Er zijn in het leven diverse stadia die door een kleur kunnen worden aangeduid; 't gebrek aan levenskunst en levensbegrip drukt zich uit in gebrek aan kleurenpracht, een mankement dat tegelijkertijd in onze aura kenbaar is.  

Mensen zijn herkenbaar aan hun kleuren; edele kleuren hebben edele trillingen; goede en/of spirituele mensen bezitten edele kleuren, die hun woorden, hun gedachten en hun handelingen accentueren. Het meest volmaakte leven is een regenboogkleurig leven; de edelste mens is een regenboogmens. 

Ons ik heeft een kleur; onze ziel heeft een kleur; het ik heeft veelal valse kleuren, waardoor de diverse ego's onderling disharmoniëren.  

Harmonische kleuren ontstaan uit een evenwichtig ego en daarnaast uit een alerte ziel. De ziel doorlicht de kleuren, geeft er een levensschenkende trilling aan. 

Dode kleuren zijn kunstmatige kleuren; schijn-handelingen, schijn-levensuitingen geven dode, zielloze kleuren. Hetgeen bezield is licht; hetzij vals, hetzij edel. Elke emotionele passie doorlicht onze kleuren; kan elke kleur - gevaarlijk - vloekend maken.  Wat is adeldom, wat is schoonheid in een kleur? De essentiële trilling die zich laat doorlichten door god dan wel demon.  Onze innerlijke verandering is altijd afhankelijk van een bezieling, ten goede dan wel ten kwade.   Onbezielde mensen veranderen nooit.  

Bezieling verandert iets aan onze atoomstructuur, waardoor andere kleuren oplichten waardoor we kunnen veranderen in een andere, organisch-geestelijke rangschikking. 

Emoties grijpen ons diep aan; het beste en het slechtste in ons leven worden door onze emoties gevormd, die littekens griffen in onze ziel. Elke oerzonde is een emotie, maar elke deugd ook. 

Elk van die oerzonden heeft zijn specifieke kleur, een vervalsing, dan wel vervorming van hun oorspronkelijke edele-oerdeugd-kleur. 

Reizen langs de regenboog is als ons edele kleurengamma herstellen.  

Geboren uit de diepzwarte moederschoot zoals de jonge plant opschiet uit de zwarte Moeder Aarde, beginnen we aan ons kleurenspectrum. 

Elke reeds gevormde harmonische kleur kan vervuild worden door onedele emoties die duidelijk herkenbaar in het aura aan te tonen zijn.  Onze woorden zijn als kleuren, onze aanwezigheid heeft een kleur; onze gedachten spelen met kleuren.  

De regenboog is het symbool van een belofte, de belofte dat niets onveranderlijk, ofwel verloren is.   

Als we bang zijn voor of een aversie hebben tegen iemand, dan reageren we op zijn trilling, die tegelijkertijd zijn kleur betekent. 

Sommige kleuren mogen we, andere niet. 

Regenboogkleuren vormen samen het summun van eenheid. Het licht verbindt hen; het licht, het oerweten, verbindt zielen. Ego's zijn nauwelijks te verbinden, dan onder druk van buitenaf en dan nog tijdelijk. Bezieling verbindt.  

Elke emotie draagt min of meer een bezieling, die zich uit in haat dan wel liefde; in revolte dan wel trouw.  Bezielde agressie vernietigt onze harmonie; bezielde trouw of standvastigheid verenigen onszelf, maakt ons tot een bundeling van kracht. Hetzelfde doet agressie in tegenovergestelde richting.  

In noodsituaties worden mensen bezield door één doel; als dat doel wegvalt lopen hun levenswegen uiteen; daarom is een gezamenlijk doel de aanzet tot verbintenis; maar is het een oppervlakkig doel, dan is het slechts een tijdelijke verbintenis, want elk ego heeft zijn specifieke kleur en verzet zich tegen vermenging met andere kleuren, het kent de Regenboog nog lang niet. 

Zo is het ook met organisaties, menselijke bouwwerken, menselijke ideeën:  zij bezitten alle één kleur en, mits zij door de geest worden verlicht, veroorzaken zij afgescheidenheid in plaats van eenheid.    

Religies, bedacht door mensen, revolteren tegen andere religies.   

Groeperingen worden bezield door een leider, de kleur van de leider is bepalend, mist hij de goddelijke bezieling dan concurreert hij niet andere groeperingen en verenigt zich niet met hen.   

Zodra twee kleuren samenvloeien geven zij zich aan elkander weg.   

Bij een kleurvermenging overheerst de sterkste nuance, de lichtere tint maakt zich ondergeschikt, maar is "gelukkig" het nieuwe, de nieuwe kleur, mede te kunnen voortbrengen.   

Zo kan het ook zijn met mensen.  

Beide dienende de nieuwe nuance, het nieuwgeborene. Zo kan het ook zijn met groepen, met levensuitingen. Het sterkste overheerst altijd, en het is de vraag of het zwakkere dit verdraagt.  Het zwakkere kan erdoor worden vernietigd, dan wel erdoor worden gedragen. Twee sterke kleuren, twee sterke mensen harmoniëren slechts wanneer er een middelende factor is, waardoor beiden iets van zichzelf wegschenken.  

Wie kan dit? 

Het is een vrijwel zeldzaam geworden fenomeen in onze tijd van emancipatie en ik-cultuur. Alle ik-ken moeten sterk worden, nooit iets afgeven. Nooit de sterkere accepteren. 

Dienen is slecht, slaafs, ik-onterend. Ook hier ligt de waarheid in het midden.  

In het midden van de regenboog troont de kleur GROEN. 

Groen neemt iets van het blauw en neemt iets van het geel. 

Het groen is geboren uit twee kleuren en hij staat als symbool voor de harmonische mens, die een middelaar is tussen geest en stof. Geel is de kleur van de rede; blauw de kleur van de devotie of het geloof. 

Zodra geloof en rede samengaan krijgt men een mooie kleur groen. 

Zelfs indien in deze kleur het geel of het blauw overheerst, kan het nog een levende, middelende kleur zijn. 

Kijk maar naar de natuur, waar talloze nuancen groen nooit enige disharmonie veroorzaken. 

Haar geel is redelijk, haar blauw is devoot. 

Soms dient de rede de devotie, soms de devotie de rede, maar beide samengevoegde kleuren zijn edel. Als je nu bedenkt dat onze rede dikwijls onredelijk is, dan wel intellectueel eenzijdig en dus een valse kleur geel vertoont, en als je daarbij weet dat onze devotie als slavernij wordt gezien en ons geloof dogmatisch, d.w.z. ongeïnspireerd is, hoe willen we dan verwachten, dat wij een edele, middelende kleur groen vertonen, de kleur van de smaragd, de kleur van de evenwichtige harmonische mens, die zich ondergeschikt maakt aan de diamant, het symbool van geest of het BOVENaardse.  

Alles begint hij de adeldom; het rood van de Goede Moed vertoont geen enkele agressie, zo het dit wel zou doen is zijn overgang naar oranje onmogelijk.   

Oranje is een vermenging van rood en geel. 

Ook hier is de rede, de hogere rede, belangrijk, egocentrische rede, schijnrede, en agressie-rood geven een giftig oranje, onverdraaglijk voor de medemens. Vernietigend voor het zenuwstelsel.  

Hoe kun je dan verwachten dat we verder gaan naar een edel geel, een puur, bezield, nobel geel dat gelijk is aan goud of het gouden hart; ook symboliek met de Lichtzoon, de verborgene, de edel geborene die de natuur, het groen, inspireert. 

Kleurentherapie, zoals heden in zwang, probeert de trillingsfactor van een mens te verlagen, te veredelen of te verhogen.   

Afhankelijk van onze trillingscoëfficiënt hebben we bepaalde kleuren nodig.  Maar allen hebben we Licht nodig, het Licht van een hogere rede, van de geest van HET leven.  

Bij onbezielde mensen worden alle kleuren grijzig. 

De Regenboog is een lichtende triomfboog die ons hele leven omvat, kleur voor kleur beklimmen we hem, MITS we ons ontvankelijk en redelijk uit het zwart omhoogwerken.  

Het zwart van de onwetendheid, het zwart van het niet willen weten en het ontkennen uit angst. Dan leven we niet, we laten ons leven.  Dan kennen we de regenboogreis niet, dan verkrachten we eventueel enkele kleuren door onbeheerste emoties, zodat die kleuren zich tegen ons richten.   

Ook hier sluit de kleurentherapie aan: doorlopend gevat te zijn in een agressief rood verhoogt ons trillingscoëfficiënt, zonder dat wij een bodem, een basis hebben; we voelen ons opgejaagd, ontworteld, opgehitst en we gaan steeds verder op de weg van de zelfvernietiging door vuur, door hitte.    

Rood kan genezen, maar ook vernietigen.   

Dit kun je van alle kleuren zeggen: blauw doet het op tegenovergestelde wijze: "I feel blue" is een uitdrukking voor het gevoel weg te zakken in een donkere afgrond.   

Geen enkele kleur kan zo snel ontaarden in zwart als het blauw.  

Van indigo kan het zwart worden, lichtloos.  

Geen enkele kleur heeft zo'n behoefte aan licht als het blauw, de devotie-tint.   

Aan de ene kant van de regenboog zie je de warme kleuren die ons kunnen aanvallen als zij niet doorlicht worden vanuit de geest; aan de andere kant zie je de naar licht of warmte snakkende kleuren, die ons kunnen bevriezen, die ons doen vereenzamen als ze niet doorlicht worden door een geestelijk licht.    

Het groen, de middelaar, verbindt warmte en koude, vochtigheid en droogte. 

In de volle edelstenen zie je de harmonische kleuren duidelijk uitkomen: 

rood als de robijn: roodblauw; 

blauw als de saffier: blauwrood; 

groen als de smaragd: kalmerend en opwekkend. 

Merkwaardig is dat bij de volle edelstenen het uitgesproken geel mist, maar dat het metaal goud, chemisch ontleed, duidelijk overeenkomsten vertoont met de diamant. 

De diamant die zowel aards als onaards is. 

Het goud dat heilig wordt genoemd. 

De Hoge Rede die ontstaat uit een direct contant tussen natuur, stof, en geest.   

Geel is één van de moeilijkste kleuren om te verkrijgen in een mooie tint; een tint die noch agressief, noch leeg is.  

Leeg geel is dood; scherp geel is hard, intellectueel; vals geel is haat, verraad. 

Er zijn diverse, zeldzame, goudkleurige stenen, zoals b.v. de goudberyl, die er als lichtend goud moet uitzien. Maar de diamant, die alle kleuren weerkaatst als de zon, het licht, hem beroert, draagt de essentie van alle kleuren in zich.   

De edelopaal concurreert met hem doordat hij zich geeft - door het aanvaarden van het water (waterkristallen kleuren hem) aan alle nuancen en elke regenboognuance-in-hem is edel.   

Een mens die al deze kleuren in zichzelf kan verenigen wordt geliefd door alle goden, zoals men van de opaal zegt.   

We lijken allemaal op een kleur, een steen; hoe edeler de kleur, hoe harmonischer onze kristalvorm, des te spiritueler zijn we. We groeien naar onze kleur, onze steen toe, maar zouden we slechts één kleur vertegenwoordigen, indien die kleur lichtend is, roept hij alle andere kleuren tot zich. 

Op dezelfde wijze werkt een oerdeugd, nietwaar? 

Één oerdeugd is de eerste, maar beslissende stap op de regenboogweg. We moeten altijd beginnen met dat wat we in aanleg bezitten. 

Er zijn, in aanleg, rode, gele, blauwe mensen. Groen is een mengkleur.  Een blauw en een geel mens, MITS edel van kleur, scheppen samen een middelende harmonie, waarin zich iedereen hersteld,  gereinigd, genezen, of geïnspireerd gevoelt.    

Een groep mensen kan een cacafonie van kleuren herbergen waardoor er doorlopend gevechten zijn, geen enkele kleur wenst zich te schikken naar een andere.   

De lichtimpuls ontbreekt om hen samen te smelten. 

De innerlijke adeldom van de kleur is er niet.  Het zijn onrustige kleuren, onstabiel: soms even prachtig glanzend, het volgende ogenblik schel, vals, vervuild. Die helse cacafonie van kleuren, in onze maatschappij herkenbaar, ontstaat altijd door gebrek aan geestelijk licht. 

Reizen langs de regenboog is als een doorlopende bezieling en elke reis eindigt in een stralend wit, de kleur die het meeste licht doorlaat. 

Niet het dode of grauwe wit; maar het volle, lichtende wit. 

Dat wit doet geen pijn aan de ogen, noch stoot het af door kilte, maar het is het wit van de ervaring en van de ervaringswijsheid.   

Er ligt begrip in voor alle kleuren, d.w.z. voor alle mensen, zoals het een wijze betaamt. 

Wit is een apotheose; rood is een begin: het aurora, het eerste aanrakingspunt tussen aarde en hemel. 

Als de aarde zich verzet tegen dit aurora gaat het verloren, het Goede Begin of de Goede Moed is afwezig, of wordt een agressie. Dan is de aarde, het zwart, niet diep genoeg, de aarde is onvruchtbaar; anders gezegd: de mens bezit geen op te wekken ziel, hij is oppervlakkig; als hij helrood is, is hij in revolte, hij bezit alle kleuren latent, maar de agressie, het felle rood, verzet zich tegen een alomvattend ontwaken.   

Dan wordt het aurora verbrandend, een verschroeide aarde. 

Het aurora, het rood, de opgewekte herinnering of ziel aanvaarden, is als een zonsopgang, een lichtuitstorting, die echter voortzetting moet vinden.  

Onze eigen aarde, onze basis is dan beslissend. 

Onvruchtbare aarde is als een gebrekkige grond, er mankeren bepaalde elementen. 

En denk hier aan de 7 metalen: ijzer en koper, tin en lood, kwikzilver en zilver en het unieke goud.  Gebrek, of teveel werken de oerzonden in de hand; gebrek of teveel bederven onze eigen aarde.  

De slapende ziel of de slapende oerherinnering is als het latente goud. Een edel, lichtend goud, mat en toch ieders aandacht trekkend. 

De eerste kleuren van de regenboog zijn zo belangrijk omdat zij allen het vuur, de warmte, in zich dragen. 

Het vuur heeft geen broeder, zegt de Chinees.  

In vuur zijn de kleuren geel, rood, oranje., blauw, groen en violet te herkennen. Vuur is een gevaarlijk element. 

Komen we door deze eerste kleuren heen, beheersen we onze hitte, onze agressie, onze rede en onze bezieling (oranje) dan voegen zich de devote kleuren graag met ons samen, zij bezitten dan geen angst. 

De eerste kleuren zijn yang, een snelle trilling, maar zij worden voortgebracht uit yin (aarde) en yang (hemel). 

Daarna gaan we zelf langs de ladder omhoog: eerst driemaal yang: rood - oranje - geel, daarna de middelende kleur groen, die de drie volgende yinkleuren geruststelt: blauw - indigo - en violet. 

Of we zijn TE yang, te heet; dan wel zijn we TE yin: te koud. 

Of we zeggen: ik zie rood; of we zeggen: I feel blue. 

Aan welke zijde van de regenboog bevinden we ons zonder contact te hebben met zijn andere zijde?  

Hoe balanceren we door het leven? 

Is dit niet ons ongeduld in de spiritualiteit en de ziekte in ons organisme? 

Maak daarom van je eigen kleur een edele kleur, maak van je specifieke oerzonde een oerdeugd, maak van je overheersende metaal een dienaar, die de anderen erkent.   

Lopen langs de regenboog doe je procesmatig, maar eerst: kleur bekennen.  

Een kleur roept zijn eigen kameraden op. 

Een oerdeugd verlangt naar de andere.   

Een mens met b.v. Goede Moed, het Aurora-rood, bezit de liefde tot het Universele, een redelijke en warme liefde, hij verenigt de eerste kleuren en door die vereniging van capaciteiten of gaven, gaat hij gemakkelijk over tot het groen, waardoor hij het blauw automatisch in zich vervult: devotie, geloof, trouw.   

En in dit lichtende blauw schijnt eveneens de hoop van de oneindige hemel, de hoop der ziel die WEET waar vandaan zij is gekomen: de hemel.   

Zo verenigen zich OPNIEUW, zoals bij het begin aarde (mens) en hemel (geest), voor het sluitstuk van de reis langs de regenboog. 

Een wedergeboorte in Licht.  

En alles zal Licht aan ons zijn, geen onderscheid tussen donker en licht, geen kleurenspel, maar alles zal Licht zijn.   

God in mij en ik in God. 

Één en dezelfde - een vol-ledigheid.